Wanneer het voor de eerste keer gebeurde weet ik niet meer.. De eerste keer dat ik na Femke’s* dood weer echt lachte om iets. Dat ik merkte dat mijn steen, die al maanden in mijn maag zat, even werd verlicht. Dat er heel even van binnen een lichtje ging branden van plezier.. Ik lachte oprecht..
Huh? Mag en kan dat wel?
Wat ik mij nog wel heel goed kan herinneren is het gevoel wat mij daarna overviel. Ik werd overvallen door schuldgevoel. Ik was ‘pas’ engelen-mama geworden en ik lachte! Dat kan toch niet! Dat mag toch niet!! Hoe kon ik dat maken?! Wat zou Femke* of andere mensen wel niet denken als ze mij zagen?! Nee, lang genoten van dit ‘ontspannen’ momentje deed ik niet..
Als andere in mijn bijzijn lachte dan kookte ik van woede. Hoezo ging de wereld door? Hoezo konden deze mensen lachen? Er was nog niet zo lang geleden een kindje begraven en hier werd plezier gemaakt?! Natuurlijk kijk ik daar vandaag de dag anders tegenaan maar zo voelde het nu eenmaal.
Als andere mensen lachte voelde ik mij nog eenzamer dan dat ik al deed. Ik wilde daar ergens ook bij horen of zo. ‘Stond ik maar in hun schoenen, dan had ik geen kind verloren en nu niet met deze intense emoties rondgelopen’. “Waarom moest mij dit overkomen” overviel mij steeds op z’n moment. Ik zat op zo’n moment gevangen in mijn eigen hoofd. Er was geen buitenwereld en ik sloot mijn zintuigen af voor alles wat er om mij heen gebeurde. Ik voelde mij hierdoor enorm eenzaam. Ik probeerde voor de buitenwereld niets te laten merken. Het was mijn ‘vloek’ en ik moest die zien te dragen.
Uiteindelijk ‘betrapte’ ik mijzelf dus op het feit dat ik ook oprecht lachte. Ik heb mijzelf echt heel lang schuldig gevoeld. Ik voelde mij een slechte moeder. Het duurde best lang voordat ik mijzelf realiseerde dat dit juist een goede stap voorwaarts was. Dat er meer was dan rouwen alleen.. Ik sprak mijn schaamte en schuldgevoelens niet naar andere uit. Dat had wel moeten doen omdat ik dan vermoedelijk wijze raad had kunnen ontvangen. Ik had het nodig om te horen dat ik mij zo niet hoefde te voelen…
Wat ik ook moeilijk vond was het weer uitkijken naar afspraken of uitjes etc. Ook hier weet ik niet wanneer ik dit weer ging doen, in ieder geval maanden na haar dood. Ik voelde mij wederom schuldig. Achteraf ben ik blij dat ik deze stap toch heb durven zetten. Dat ik weer buiten kwam.
Ik denk dat elke lotgenoot dat gevoel herkent; thuis is je wereld al groot genoeg. Naast het rouwen en verdriet past helemaal geen samenleving. Echter is het verstandig om, als jij er aan toe bent, diezelfde samenleving weer op te zoeken. Begin klein. Ga bij een goede vriendin/familielid op bezoek. Plan je bezoek bij voorbaat in zodat je controle houd over de situatie. Geef je wensen aan bij diegene waar je op bezoek bent. Zijn er bijvoorbeeld ook jonge kinderen aanwezig en vind je dat moeilijk? Geef dit dan aan. Ik weet zeker dat je vriendin daar begrip voor heeft en dat er iets te regelen valt.
Merk op wanneer je lacht. Weet dat ‘je schuldig voelen’ normaal is maar realiseer je ook dat je je niet zo hoeft te voelen. Ik weet zeker dat jouw engeltje wilt dat je de draad van het leven weer langzaam oppakt. Elke lach, hoe klein ook, geeft een vonkje energie. Dat ene vonkje is genoeg om langzaam maar zeker het vuurtje van het leven weer aan te stoken. Dat zelfde vonkje geeft je energie om alles van een andere kant te bekijken. Dat je juist een hele sterke mama / partner bent als je naast je rouwverwerking ook ruimte maakt voor al het andere om je heen.
Nogmaals, doe het voorzichtig en volledig op je eigen tempo. Laat je niet overhaasten door welbedoelde adviezen van andere. Je voelt wanneer je er aan toe bent. Je beseft dat je weer een beetje naar dingen uit gaat kijken. Pak deze kleine momentjes met beide handen aan en probeer over je gevoelens te blijven praten. Geef je emoties de vrije hand want achter elke traan schuilt een glimlach van herinnering….